Onderzoeken

Tijdens je bevalling doen we verschillende onderzoeken om de conditie van jou en je kindje in de gaten te houden.

Zo doen we een uitwendig onderzoek om te kijken hoe je kindje ligt en om de harttonen van jet kindje in de gaten te houden. De harttonen geven tijdens de bevalling een indicatie over de conditie van jullie kindje. Ook meten we je bloeddruk en kunnen we je temperatuur opnemen als dit nodig is.

Tot slot doen we ook inwendig onderzoek (toucheren). Tijdens dit onderzoek ‘voelen’ we het volgende:

  • de baarmoedermond
    Om ontsluiting te krijgen moet de baarmoedermond week en plat worden. Dit gebeurt tijdens het begin van de bevalling.
  • de ontsluiting
    Na het verstrijken van de baarmoedermond ontstaat ontsluiting. Bij 10 centimeter heb je volledige ontsluiting.
  • de vliezen
    We controleren of de vliezen nog intact zijn en kunnen (indien nodig) de vliezen breken.
  • de ligging van je kindje
    We controleren of het kindje met het hoofdje naar beneden ligt en hoe het hoofdje in het bekken ligt. Vaak ligt het kindje met zijn achterhoofd naar boven. Als het kindje anders ligt, kan dit de bevalling bemoeilijken. Vaak kunnen we dit oplossen door van houding te veranderen.
  • de indaling
    We controleren of het hoofdje dieper in het bekken komt tijdens de bevalling. Dat is nodig voor een goede vordering van de bevalling.

Veel vrouwen vinden een inwendig onderzoek ongemakkelijk. Maar het is niet pijnlijk. We proberen de inwendige onderzoeken zoveel mogelijk te beperken. Geef het aan als je een inwendig onderzoek spannend vindt of wanneer je hier in het verleden vervelende ervaringen mee hebt gehad.