Voor- en nadelen
Het inleiden van de bevalling kan tussen de 41 en 42 weken zwangerschap. Voor de 41e zwangerschapsweek doen we dit alleen gedaan wanneer er een noodzakelijke (medische) reden bestaat. Het inleiden van de bevalling heeft namelijk voor- en nadelen. Een voordeel is dat je het kunt plannen en dat het einde van de zwangerschap in zicht komt. Maar met inleiden wordt de bevalling kunstmatig op gang gebracht, waardoor je ingrijpt in een natuurlijk proces. Omdat het lichaam vaak nog onrijp is op het moment van inleiden (als het lichaam namelijk rijp genoeg is, komt de bevalling op natuurlijke wijze op gang) geeft dit een grotere kans op ingrepen bij de bevalling. Een inleiding geeft een grotere kans op een langdurige bevalling. Daarnaast ervaren vrouwen een inleiding vaak als heftiger en pijnlijker in verband met het ontbreken van lichaamseigen pijnstillers (endorfines). Je lichaam loopt bij kunstmatig ingrijpen vaak achter de feiten aan.
Hoe gaat inleiden?
De procedure van inleiding hangt helemaal af van de rijpheid van de baarmoedermond. Bij een onrijpe baarmoedermond brengen ze eerst (meestal in de avond) een ballonnetje in de baarmoedermond die voor de eerste drie centimeters ontsluiting zorgt. Wanneer je dit punt bereikt hebt, ligt het ballonnetje vanzelf los. Dat is na één dag of twee dagen. Deze dagen breng je in het ziekenhuis door. Vanaf drie centimeter ontsluiting kunnen ze de vliezen breken en kun je weeënopwekkers krijgen. Wanneer je baarmoedermond al wat rijper is, kun je soms de eerste fase van het ballonnetje overslaan. Ze starten dan de inleiding direct met het breken van de vliezen. Wanneer ze je gaan inleiden beval je in het ziekenhuis en is de gynaecoloog verantwoordelijk. De begeleiding tijdens de bevalling wordt meestal door een verloskundige van het ziekenhuis gedaan. Lees hier meer informatie over inleiden in het JBZ.