Echo’s

In de zwangerschap maken we in principe minimaal vier echo’s. Dit is onafhankelijk van welke vorm van zwangerschapsbegeleiding je hebt gekozen.

In onze praktijk maken wij bij de eerste controle (ongeveer bij 8 weken) en bij 12 weken een echo om te kijken of er sprake is van een intacte zwangerschap en zo ja, of het een eenling of een meerling is. Daarnaast kun je kiezen voor het Structureel Echoscopisch Onderzoek en maken we in het derde trimester van je zwangerschap een groeiecho.

Alle echo’s maken we bij KeiK, het echocentrum van Vita Nova. De echoscopisten van KeiK zijn allen tevens verloskundige en daarnaast geschoold, gecertificeerd en gespecialiseerd in het maken van echo’s. Met behulp van geavanceerde echoapparatuur kunnen alle voorkomende echoscopische onderzoeken binnen onze praktijk worden verricht. Dit maakt Vita Nova samen met KeiK uniek in de regio ‘s-Hertogenbosch.

Vroeg in de zwangerschap (voor 10 weken zwangerschap) is de baarmoeder nog klein en zit helemaal achter het schaambot verborgen. Daarom brengen we voor deze vroege medische echo een kleine echosonde vaginaal in om de echo te maken. Meestal ervaren vrouwen dit niet als pijnlijk. De beeldvorming is bij deze vroege termijn beter door middel van een inwendige echo dan een echo via de buikwand. Je ziet bij een echo vanaf 6 weken alleen het hartje kloppen, het embryo is namelijk heel vroeg in de zwangerschap nog niet goed als kindje te herkennen. Voor 10 weken luisteren we vanuit medisch oogpunt niet naar het hartje, na 10 weken wel.

Bij een inwendige echo zit een volle blaas in de weg. We vragen je daarom vooraf even te gaan plassen.

Een termijnecho maken we om te bepalen hoe lang je zwanger bent. De zwangerschapsduur is het meest betrouwbare vast te stellen tussen 10 en 13 weken zwangerschap.

Tot ongeveer 14 weken verloopt de ontwikkeling en groei van elke foetus bijna gelijk. De echoscopiste kan bepalen hoe oud de foetus is, door het kindje in die periode met de echo op te meten. Zo kan ze de uitgerekende datum vaststellen.

Zie je bij de termijnecho een mooi kloppend hartje en een goed ontwikkelde foetus? Dan daalt de kans op een miskraam van 10% naar nog maar 1-3% (afhankelijk van de zwangerschapsduur). Een geruststellende gedachte!

Omdat we deze echo in principe via de buik, is het handig als je blaas iets gevuld is. De volle blaas tilt de baarmoeder een beetje omhoog, waardoor het kindje beter te zien is.

Het structureel echoscopisch onderzoek is een screeningsecho. Lees hier meer over het structureel echoscopisch onderzoek.

Screening

De 13 weken echo wordt in het kader van een landelijke, wetenschappelijke studie ingevoerd, namelijk de IMITAS studie. Je kunt kiezen voor een 13 weken echo wanneer je meedoet aan deze studie.

Het doel van de 13 weken echo, ook wel het eerste trimester SEO, is om in een vroeg stadium van de zwangerschap te onderzoeken of je ongeboren kindje lichamelijke afwijkingen heeft. Ernstige afwijkingen – zoals een open schedeltje of groot defect in de buikwand – kunnen mogelijk al vroeg in de zwangerschap worden ontdekt. De 13 weken echo en 20 weken echo hebben hetzelfde doel. Ze vervangen elkaar niet, maar vullen elkaar aan. Het verschil is dat de 13 weken echo eerder in de zwangerschap plaatsvindt.
Hoewel het kindje rond 13 weken kleiner en minder ver ontwikkeld is dan rond 20 weken, zijn sommige (ernstige) afwijkingen wel te zien. Het komt regelmatig voor dat deze niet met het leven verenigbaar zijn. Als de echoscopist een afwijking vermoedt, kun je er voor kiezen om in de zwangerschap eventueel vervolgonderzoek uit te laten voeren. Ook heb je – vergeleken met de 20 weken echo – meer tijd om te bepalen wat je met de uitslag doet.

Afwijkende uitslag
Wanneer we bij de 13 weken echo iets afwijkends zien, zijn de gevolgen voor het kindje niet altijd duidelijk. Meestal krijg je een vervolgonderzoek. Tijdens een gesprek met de echoscopist, verloskundige of gynaecoloog lichten zij jullie uitgebreid voor over het vervolgonderzoek. Voor vragen of ondersteuning kun je ook bij hen terecht. Bij elk onderzoek bepaal je zelf of je dit wilt of niet.

Vervolgonderzoek
Het vervolgonderzoek bestaat in eerste instantie uit een uitgebreid echoscopisch onderzoek oftewel een Geavanceerd echoscopisch onderzoek (GUO) door een gynaecoloog in het ziekenhuis.

Het structureel echoscopisch onderzoek is een screeningsecho. Lees hier meer over het structureel echoscopisch onderzoek.

Screening

  • we kijken we of er aanwijzingen zijn voor structurele afwijkingen bij je kindje.
  • bij een SEO ontdekken we niet alle afwijkingen. Voor alle echo’s geldt dat niet altijd alle afwijkingen zichtbaar zijn. Bovendien zijn niet alle aangeboren afwijkingen al aanwezig tijdens de zwangerschap. Als we geen bijzonderheden vinden is dit geen garantie voor een gezond kindje.
  • als we iets afwijkends zien, zijn de gevolgen voor het kindje niet altijd (direct) duidelijk.  We verwijzen je door naar een gespecialiseerde gynaecoloog. Die kan de afwijking bevestigen. Uit dit vervolgonderzoek kan echter ook blijken dat er niets aan de hand is met je kindje, of dat het nog onduidelijk is wat er precies aan de hand is en wat voor impact dit heeft.
  • de zorgverzekeraar vergoedt de SEO vanuit je basisverzekering.

Afwijkende uitslag
Wanneer we bij de 20 weken echo iets afwijkends zien, zijn de gevolgen voor het kindje niet altijd duidelijk. Meestal krijg je een vervolgonderzoek. Tijdens een gesprek met de echoscopist, verloskundige of gynaecoloog lichten zij jullie uitgebreid voor over het vervolgonderzoek. Voor vragen of ondersteuning kun je ook bij hen terecht. Bij elk onderzoek bepaal je zelf of je dit wilt of niet.

Vervolgonderzoek
Het vervolgonderzoek bestaat in eerste instantie uit een uitgebreid echoscopisch onderzoek oftewel een Geavanceerd echoscopisch onderzoek (GUO) door een gynaecoloog in het ziekenhuis.

Wanneer we een groeiecho verrichten, meten we het hoofdje, de buikomvang en de beenlengte van je kindje. Op die manier wordt duidelijk of het kindje volgens verwachting groeit. De groeicontrole kunnen we meerdere keren herhalen, zodat er een goed beeld van de groei van het kindje ontstaat: een groeicurve. We bepalen ook de hoeveelheid vruchtwater.

Een groeiecho kan plaatsvinden tussen 22 en 40 weken.

We doen een placentalokalisatie als bij de 20 weken echo, of in sommige gevallen bij een latere echo, een placenta is gezien die dicht bíj of óver de baarmoedermond ligt. De echo maken we rond de 32 weken weken. Met deze echo controleren we of de placenta nog steeds laag ligt of ver genoeg omhoog is getrokken met de groei van de baarmoeder. Een te laagliggende placenta kan een mogelijke belemmering zijn voor een natuurlijke bevalling.

We starten met een uitwendige echo om de groei van het kindje te meten en de hoeveelheid vruchtwater te bepalen. Ook kunnen we zien wáár de placenta zich bevindt, maar meestal niet precies hoe laag de placenta ligt. Om een goede placentalokalisatie uit te voeren, kan het nodig zijn om ook een inwendige echo te maken. Op deze manier kunnen we nauwkeurig bepalen hoe ver de placenta van de baarmoedermond verwijderd ligt. Deze inwendige echo duurt vaak slechts enkele minuten.

Als we rond de 35 weken zwangerschap vermoeden dat het kindje niet met het hoofdje naar beneden ligt maken we een liggingsecho.

Met de echo kan de echoscopiste zien hoe het kindje ligt. Meestal is dit in hoofdligging, maar bij een klein aantal kindjes (3-4%) ligt het kindje in stuitligging. Een andere mogelijkheid is nog dat het kindje dwars ligt. Dit komt zelden voor.

Wanneer het kindje in stuit of dwars ligt kijken we of hier een oorzaak voor is. Meestal is er geen oorzaak. Verder kijken we naar de hoeveelheid vruchtwater en de groei van het kindje.