Te weinig melk

Het kan zijn dat de borsten te weinig voeding produceren. Er is dan sprake van te weinig melk.

In het begin kan het zich uiten in enerzijds doordat je kindje wat vaker en langer de borst wil hebben, je kindje sneller wakker wordt of erg ontevreden is. Anderzijds kan je kindje veel slapen om zo niet al te veel energie te verbruiken. We komen er dan alleen maar achter als je kindje gewogen wordt. Zolang de borstvoeding nog niet goed op gang is, is het daarom ook aan te raden om regelmatig te wegen. In de kraamweek hebben de kraamverzorgsters een weegschaal bij zich. Later zal dit overgenomen worden door het consultatiebureau.

Je kindje valt altijd af de eerste periode, dus raak hierdoor niet ontmoedigd. Later, als de kraamweek voorbij is en je het normale leven weer op gaat pakken, kan de borstvoeding ook teruglopen zonder dat je het echt in de gaten hebt. Het kan zich uiten in een onrustig kindje of juist het tegenovergestelde. Ook hier is het van belang de borst meer te gaan stimuleren om de voeding op peil te krijgen

Houd rekening met het feit dat een moeizame bevalling, de hoeveelheid rust, gebruik van tepelhoedjes, pijn of  stress en anticonceptie invloed kunnen hebben op de hoeveelheid melk.

Wat kun je doen?

  • vaak is het al voldoende om je kindje om de tweeënhalf uur aan te leggen. Let op, een voeding mag maximaal (inclusief verschonen) ongeveer 40 minuten duren. Zorg dat allebei de borsten aan de beurt komen;
  • eventueel nog 15 minuten per borst na te kolven volgens het systeem 3-5-7 minuten om en om;
  • neem zelf voldoende rust en eet/drink goed;
  • maak afspraken met het consultatiebureau om je kindje regelmatig te wegen en om het beleid af te stemmen.